1. De leider en trainer
Elk team van SV Otterlo heeft een leider en een trainer/coach. Soms is dit dezelfde persoon. Vaak verdeelt men de taken iets anders en zijn er meerdere leiders bij een team betrokken. Onderling regelen de trainer/coach en de leiders de taakverdeling. Het moet duidelijk zijn wie de opstelling maakt of de reservebeurten bepaalt. Samen zorgen zij voor een leuke sfeer bij het team.
2. Taken leider
De taken van een leider kunnen als volgt worden samengevat. De leider:
• begeleidt de spelers bij thuis- en uitwedstrijden, alsmede andere activiteiten.
• is verantwoordelijk voor de administratieve zaken voor, tijdens en na de wedstrijd.
• informeert de spelers in geval van afgelasting.
• regelt vervoer naar uitwedstrijden.
• draagt zorg voor de spelerspassen ( vanaf de D pupillen ).
• ziet er op toe dat de spelers zich voor, tijdens en na de wedstrijd correct gedragen.
• houdt toezicht op de kleedkamers (leeg en schoon opleveren).
• is contactpersoon van het team.
3. Taken trainer
De taken van de trainer kunnen als volgt worden samengevat. De trainer:
• fungeert als afmeldpunt voor spelers die verhinderd zijn aan de training of wedstrijd deel te nemen.
• regelt vervanging van spelers bij eventuele tekorten.
• bepaalt de opstelling en verzorgt de wissels.
• ziet er op toe dat de spelers zich voor, tijdens en na de wedstrijd correct gedragen.
4. Materiaal
Alle teams zijn verantwoordelijk voor het verkregen materiaal. Behalve de waterzak met de spons en enkele bidons met water, wordt aangeraden twee of drie goede trainingsballen mee te nemen naar de wedstrijd. Deze kunnen door de spelers tijdens de warming-up gebruikt worden.
Bij thuiswedstrijden kunnen deze ballen tevens dienst doen als reserveballen.
Aan het einde van het seizoen worden de spullen weer ingenomen. Dit om het materiaal na te kijken, schoon te maken en eventueel te repareren, zodat we aan het begin van het daaropvolgende seizoen weer kunnen beschikken over voldoende en goede spullen.
5. Het coachen
Om het optimale uit de spelers te halen, dienen de leiders en -trainers de spelers op hun niveau aan te spreken. Ook is het belangrijk dat de spelers op hun eigen niveau kunnen voetballen.
De leiders dienen de spelers altijd positief te benaderen. De coaching van de leider of trainer moet er op gericht zijn het plezier dat voetballen kan brengen, zo groot mogelijk te maken en de ontwikkeling van de speler, zowel individueel als in teamverband, zo goed mogelijk te ondersteunen.
Bij het coachen hoort soms ook het corrigeren van spelers, het toespreken van een speler en soms ook het treffen van disciplinaire maatregelen. Zo’n maatregel dient te leiden tot een gedragsverbetering van de speler. Hierbij geldt echter ook dat begeleiders spelers met respect behandelen, zoals dat ook van de spelers naar de begeleiders wordt verwacht.
Een leider of trainer stuurt pupillen nooit voortijdig naar huis. Ook niet als ze lastig zijn en niet willen luisteren. Bespreek deze zaken met de jeugdcoördinator of de jeugdcommissie.
Indien een speler of team zich zodanig misdraagt of voor ongeregeldheden zorgt dan worden deze zaken gemeld bij de jeugdcommissie of het bestuur. De jeugdcommissie en het bestuur heeft de bevoegdheden om spelers/teams te berispen, te schorsen of te royeren. Uiteraard horen zij eerst alle standpunten en visies van alle betrokken partijen aan.
6. Tijdens de wedstrijd
Een leider/trainer heeft een voorbeeldfunctie en dient sportief en correct gedrag te bevorderen richting de scheidsrechter, de tegenstanders en de eigen spelers. Tijdens een wedstrijd geeft een leider/trainer aanwijzingen aan zijn spelers en in de rust en na afloop wordt de wedstrijd geëvalueerd. Na afloop van de wedstrijd bedankt het team de scheidrechter. Langs de lijn rookt de begeleiding niet, drinkt geen alcohol en gebruikt geen drugs.
Als zich ongeregeldheden voordoen, houdt de begeleiding zich aan de volgende regels:
• haal spelers, die opzettelijk onsportief spelen, onmiddellijk naar de kant.
• roep bij ongeregeldheden het team bij elkaar en zorg ervoor dat iedereen zich onthoudt van verkeerde daden. Houd ze allemaal goed in de gaten.
• ga geen discussies aan met scheidsrechter, tegenspelers of begeleiders en toeschouwers van de tegenpartij.
• de beslissingen van de scheidsrechter zijn geldig en kunnen niet worden teruggedraaid. Protesten en klachten daartegen hebben geen enkele zin.
• meld ongenoegens bij de jeugdcommissie of het bestuur.
• meld ongeregeldheden (ook bij uitwedstrijden) altijd de jeugdcommissie of het bestuur. Eventueel wordt contact opgenomen met de tegenpartij. Zo nodig wordt er bij de andere vereniging aangedrongen op het treffen van maatregelen.
7. Gele en rode kaarten
Een gele of rode kaart wordt op het wedstrijdformulier genoteerd door de scheidsrechter, met een code, die de aard van de overtreding aangeeft.
Vanuit de vereniging gelden de volgende richtlijnen:
Bij een gele kaart (en bij 2x geel = rood) zijn verder geen handelingen vereist.
Bij directe rode kaart moeten zowel de bestrafte speler, de betrokken tegenstander als de scheidsrechter een verklaring bij de KNVB inleveren. Standaard formulieren zijn bij elke vereniging aanwezig. Deze formulieren dienen binnen drie werkdagen bij de voetbalbond te zijn.
Op een rode kaart van een speler van SV Otterlo volgt onmiddellijk een voorlopige schorsing van één bindende wedstrijd, ook voordat de KNVB uitspraak heeft gedaan.
De voetbalbond wil dat er meer respect komt voor de arbitrage en is het gezeur en gescheld op de scheidsrechters beu. Op dit moment wordt dertig procent van de gele kaarten uitgedeeld wegens ‘commentaar’ op de leiding. Daarom wordt een zware tackle op de tegenstander net zo zwaar bestraft als het verbaal bejegenen van de scheidsrechter.
Spelers worden na de vierde gele kaart voor het eerst geschorst. Voor de vierde, vijfde en elke opvolgende kaart wordt een schorsing voor één competitie- of bekerwedstrijd uitgedeeld. Pas bij de elfde boeking wordt een speler voor twee wedstrijden geschorst.
8. Schorsing
De trainer en leiders handhaven de schorsing, ook bij ernstige spelerstekorten.
9. Boetes
De boetes worden in rekening-courant geïnd door de KNVB. De speler betaalt de boete aan SV Otterlo via een incasso. Indien een speler de boete niet betaalt, dan zal hij door SV Otterlo worden uitgesloten van deelname aan wedstrijden en trainingen. Het standpunt van SV Otterlo is dat de vereniging en haar overige leden niet voor de misdragingen van een ander lid dient op te draaien.
10. Duel gestaakt
Alleen de scheidsrechter kan een wedstrijd staken. Indien een scheidsrechter de wedstrijd staakt dan geeft hij/zij de reden van staking door aan de KNVB. De KNVB vraagt inlichtingen bij de betrokken clubs en een verklaring. Deze verklaring (opgemaakt door de wedstrijdsecretaris) moet binnen drie werkdagen bij de voetbalbond zijn.
Als een duel wordt gestaakt, omdat een van de teams weigert verder te spelen en de scheidsrechter is het daarmee niet eens, volgt voor dat team nagenoeg altijd een boete en punten in mindering.
Het heeft dus een heel negatief effect als je met jouw team van het veld loopt, omdat je het niet eens bent met de wijze waarop de scheidsrechter de wedstrijd leidt of met de beslissingen, die de scheidsrechter heeft genomen. Je bereikt er niet mee dat een signaal wordt afgegeven naar de betreffende scheidsrechter en/of de vereniging, maar dupeert je eigen team en vereniging.
11. Begeleiding hoort langs de lijn
Vooral bij pupillenwedstrijden op een half veld zien wij nog wel eens dat leiders/trainers ver in het speelveld staan. Ze voetballen bijna mee. Ze doen dit natuurlijk met de beste bedoelingen, maar het is bijzonder irritant en leidt tot niets. Zowel de scheidsrechter, de tegenstanders als de eigen spelers ergeren zich aan dit gedrag. De voetballers worden er niet door geholpen, maar worden er juist onzeker van. Doe dit dus niet! Blijf gewoon buiten het speelveld en coach de spelers op een positieve manier vanaf de zijlijn.
Coaches, leiders en anderen mogen zich tijdens de wedstrijd niet op het speelveld begeven.
Het bestuur en jeugdcommissie.